Klooster te Paderborn
Gesticht door Bisschop Meinwerk
Tijdperk - Steden en staten
Nadere beschrijving - Het klooster te Paderborn
Het klooster te Paderborn
De grootste middeleeuwse grondheer te Putten en omgeving is het klooster van de HH Petrus en Paulus te Paderborn geweest, in het dagelijks spraakgebruik gewoonlijk kortweg de Abdinkhof genoemd.
Dit klooster is in 1016 gesticht door de Paderbornse Bisschop Meinwerk, kleinzoon van Graaf Wichman van Hamaland.
Meinwerks erfenis uit zijn grootvaders bezit was zeer omvangrijk. Voor de bouw en het onderhoud van zijn nieuwe klooster heeft hij een zeer aanzienlijk deel van zijn erfenis ter beschikking gesteld, waaronder vele tientallen hoeven met hun horigen in de naaste omgeving van Putten en nog veel meer elders in ons land en het aangrenzende Duitse gebied.
Omdat dit klooster bestuurd is door een Abt zijn deze goederen hier de Abtsgoederen genoemd. Aanvankelijk zijn deze goederen beheerd door een lokale rentmeester in Putten, maar sedert 1489 zetelde op de Puttense rentmeestershof een kloosterling. Voor deze functie binnen de kloostergemeenschap wordt het latijnse woord Cellarius gebruikt, in onze taal Kellenaar, zodat zijn Puttense hof als de Kelnarij bekend staat.
In de 16e eeuw is het klooster te Werden in een zódanige geldnood dat het zijn goederen heeft verkocht aan de Abdinchof. Door deze uitbreiding van zijn bezit is de abt van de Abdinkhof veruit de belangrijkste grondheer geworden in Putten en omgeving met meer dan 150 hoeven.